Een land, een vorst, een volk
Een bos, een strand, een regenwolk
Een stukje Maas, een stukje Rijn
Klein
Een hok, een huis, een flat
Een dorp, een dijk, een hunebed
Een Van den Vondel, een Piet Hein
Klein
Een terp, een tulp, een klomp
Een pet, een punter en een pomp
En zestig stromingen Calvijn
Klein
Maar voor die andere elf
Ben ik vanzelf
Een lotgenoot, een bondgenoot
Een duizendpoot, een reddingsboot, een zilvervloot
Hier in Europa's morgenrood
Voel ik mij
Klein
Een klit, een kluit, een kliek
Een gidsland zonder zelfkritiek
Een kind van Troelstra en Colijn
Klein
Een E, een G, een plan
Dat alles anders maken kan
Hoe groot zouden die kansen zijn
Tja