Gerard Cox - Gastarbeiders Songtexte

De gastarbeiders zongen haast de hele weg
En met de warmte van exotischer klimaten
En in de pauzes voor het brood zonder beleg
Zaten ze opgewonden buitenlands te praten
Maar eenmaal aangekomen waar ze moesten zijn
Leek iets onwennigs hun het zwijgen op te leggen
Vanaf 't moment van het verlaten van de trein
Hadden ze geen van allemaal meer iets te zeggen

Het regende en het was koud de eerste dag
Een kilte die hun dunne jasje niet kon weren
En daarom hielp men ze maar daad'lijk aan de slag
Want bij die gastarbeid werk je je toch de klere
Een kamer wist men ook nog wel voor hen te huur
Van drie bij vier, misschien niet groot voor acht personen
Met veertig piek per week per man was ook niet duur
Voor dat bedrag kon je niet in een villa wonen

In het begin, wanneer het werken was gedaan
Liepen ze 's avonds door de stad met open monden
En kregen en passant van alles te verstaan
Waarvan ze godzijdank geen lettergreep verstonden
En met de week raakten ze verder weg van huis
Het nieuwe leven kreeg zijn nieuwe instituten
Als 1 keer in de maand een lange brief van thuis
En elke zaterdag een hoer voor vijf minuten

Hoe zinvol en hoe nuttig is de gastarbeid
Voor 't heil en welzijn van een christelijke natie!
Gemeten aan de arbeidsproduktiviteit
Blijkt armoe altijd nog de beste motivatie
Nog tweeenhallef jaar, dan eindigt hun contract
Dan zijn ze eind'lijk weer met vrouw en kind'ren samen
En kunnen ze weer vreten uit de vuilnisbak
Maar dan van: "Here, zegen deze spijze, Amen"
Dieser text wurde 126 mal gelesen.