Fons Jansen - Karien Songtexte

Karien, ik wou iets zeggen
Iets proberen uit te leggen
Dat ik het zo fijn vind je te zien
En dat ik het zo fijn vind dat je komt
Dat verwondert je misschien
Ik ga nu terug tot voor mijn trouwen
O, ik kende toen al heel wat lieve vrouwen
Ook je moeder al een tijd
Ik vond haar lief, dat wel, maar toch
Ik dacht toen: nee, niet voor altijd

Karien, als jij niet was gekomen
Had ik misschien nooit die stap genomen
Was ik misschien nooit met haar getrouwd
En was het nooit geweest als nu
Nu ik zo zielsveel van haar houd
Jaren later ging ons huwelijk
Goed de mist in, het was afschuwelijk
Ik kende een tijd een andere vrouw
En ik wou het liefst bij moeder weg
Maar hoe moest het dan met jou?

Kijk, in m'n eigen jonge jaren
Toen ze thuis gescheiden waren
Toen mijn vader plots verdween
Zat ik tien jaar van mijn jeugd
Bij mijn moeder, heel alleen

Nou, en ieder mens heeft zo zijn grillen
Nou, mijn moeder, die hield van drillen
En ik vocht dan altijd terug
Was mijn vader dan maar thuis
Voor een steuntje in de rug

Want ik dacht: een kind is, als het kan
Toch wel een vader waard
Een moeder is dan toch te weinig
Want anders is er geen tegenwicht
Het leven wordt gauw onveilig
Ach, een kind is, als het kan
Toch wel een vader waard
Een moeder, net te weinig
Het liefst tussen vader en moeder in
Daar is het leven veilig

Ach Karien, je moest eens weten
Hoe ons huwelijk toen heeft gezeten
Met de afgrond heel dichtbij
Maar op het randje van het ravijn
Stond een kind, en dat was jij
En jij vroeg ons, zonder spreken
Om nog niet voorgoed te breken
Ik kwam met moeder aan de praat
We zochten naar een wijze man
En die vroegen we om raad
We hadden elke week bij hem gesprekken
Waarin hij ons liet ontdekken
Dat ons huwelijk was gestrand
Op een klip van onbegrip
In een kolk van onverstand

Nou, in het begin ging dat wel moeizaam
Maar ons schip, dat raakte langzaam
Uit het ondiep water vrij
We kregen hoop dat het toch kon
Ik bij haar, zij bij mij
Dus, je hebt er twee keer in ons leven
Voor gezorgd dat we samen bleven
Zij bij mij en ik bij haar
En wij gingen door de tijd
Steeds meer houden van elkaar

Dank je wel, Karien; ons kindje
Woont al weer samen, met een vrindje
Voor je koppelaarstalent
Dank je wel, lieve Karien
Dank je wel, dat je er bent

Maar ik dacht: een kind is, als het kan
Toch wel een vader waard
Een moeder is dan toch te weinig
Want anders is er geen evenwicht
Het leven wordt gauw onveilig
Ach, een kind is, als het kan
Toch wel een vader waard
Een moeder, net te weinig
Het liefst tussen vader en moeder in
Daar is het leven veilig
Dieser text wurde 150 mal gelesen.