Er spelen zes fanfares
en hoog daar boven uit
hoor ik doedelzakken
ik heb een Schotse bruid
Nevels swingen het woud door
kleven aan iedere wond
ze kussen een vleermuis
met water in de mond
Ik voel mij herboren
flexibel als warm deeg
als zoete peterselie
mijn liefste is een feest
Ze houdt van noten en gember
de heuvels van haar land
het vallend blad in november
van elk leeg-staand-pand
Het gras staat nog te zingen
hoewel op goed geluk
de warmte van haar dijen
hield het lang opgesmukt
Maar toch, ofschoon de nachten lang zijn
stelt zij mij weer de vraag
"mijn motorfiets verkopen,
of stenen in de maag"
Er spelen zes fanfares
en hoog daar boven uit
hoor ik doedelzakken
ik heb een Schotse bruid
Dieser text wurde 117 mal gelesen.