Alle deuren stonden open,
je kwam eraan.
En alles was er klaar voor;
We maakten de gebaren die je maakt als iemand welkom is.
Zo welkom dat het bijna pijn doet,
de pijn van het er bijna zijn.
Zo mooi,
je was zo mooi,
zo mooi.
Je had nog mooier mogen worden maar je kon het niet.
En wij blijven altijd op je wachten.
Waar ter wereld we ook lopen
je blijft bestaan.
We konden je niet kennen maar we weten wie je bent
en je blijft iemand die welkom was.
Zo welkom
dat het altijd pijn doet,
de pijn van het er bijna zijn.
Zo mooi,
je was zo mooi,
zo mooi.
Je had nog mooier mogen worden maar je kon het niet.
En wij blijven altijd op je wachten
Je mooie grote ogen die de wereld zouden zien.
Je hield ze stevig dicht,
misschien is het maar beter zo,
misschien.
Je was zo mooi,
zo mooi.
Je was zo mooi,
zo mooi.
Je had nog mooier mogen worden maar je kon het niet.
En wij blijven altijd op je wachten.
Je was zo mooi...
Alle deuren staan nog open,
jij komt eraan...