Een jongen langs het water liep;
groen was het gras.
Een jongen langs het water liep;
wat lag er in het gras?
Een rokje van kant
en een hoedje van papier.
De jongen wist van wanten,
de jongen had plezier.
Een meisje dat in het water stond
en het water was wat nat.
Een meisje dat in het water stond;
ziezo en dat was dat.
Een jongen en een meisje,
een hoedje van papier.
De jongen en dat meisje;
wat hadden ze plezier.
De zon die aan de hemel zat
straalde van de pret.
De zon die aan de hemel zat
heeft heel goed opgelet.
De vlinders, de vissen,
de vol
gels in het riet;
ze wilden dat niet missen
maar... vertellen doen ze 't niet.
En toen de zon ging slapen,
slapen in de zee;
en toen de zon ging slapen
toen zwommen die twee mee.
Ze zwommen naar het zuiden,
zij zwommen over zee.
De vissen zwommen zwijgend;
de vissen zwommen mee.
Tekst: Ivan Elegast en Jaak Dreesen
Muziek: Herman Elegast
Bu şarkı sözü 86 kere okundu.