"Veel heb ik gereisd, veel heb ik gezien,
veel heb ik van de Azen ervaren:
wie zijn de maagden die over de zee glijden
met hun scherpzinnig verstand?"
Rijdt...
Rijdt...
De oerstorm zal komen, Ekhart waarschuwt
De ganse nacht zal de storm razen eer hij luwt
Stilte voor de storm, onheilspellende rust
Bange kinderen worden door ouders gesust
De heiden trekt zich wijs terug in zijn huis
De christen drijft spot met het naderend geruis
Maar Latijnse spreuken bieden geen soelaas
Tegen het machtige, woeste, heidense geraas
Een wilde werveling in de duistere nacht
Wodan rijdt aan het hoofd van de Wilde Jacht
Zijn achtbenig paard raast door de wolken
Ziet hoe woeste horden de lucht bevolken
Wodan rijdt - de Wilde Jacht
Wodan rijdt - gehuil in de nacht
Wodan rijdt - de christen beeft
Wodan rijdt - het verleden herleeft
Dolende zielen volgen Wodan in de lucht
Blaffende honden zorgen voor veel gerucht
Dienaren der kruisgod worden meegesleurd
Hun heer machteloos, hun leven verbeurd
De storm vernietigt mens en dier, have en goed
De onnozele spottenden betalen met hun bloed
Maar de heiden heeft verstandig respect voor de wind
En wederom is de Zegevader hem goed gezind